28 december 2018

Morgendienst 13 januari 2019

Predikant:
Passage: Efeze 4:1-6 en 11-16
Dienstsoort:

Afscheid en bevestiging ambtsdragers
Thema: Eenheid en verbondenheid

Ps. 75: 1 en 2
Ps. 135: 1 en 2 (Nieuwe berijming)
Ps. 135: 9 en 10 (Nieuwe berijming)
Gz. 8: 3 en 4 (Enige gezangen)
Gz. 436: 1 en 2 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Gz. 303: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liedboek)
Gz. 73: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Weerklank)
Ps. 108:1 en 2

Ps. 135: 1, 2, 9 en 10 (Nieuwe berijming)
1
Halleluja! looft den Heer,
prijst Zijn naam en majesteit,
toegewijden aan Zijn eer,
die vanouds Zijn knechten zijt,
gij die uw verheven plicht
in de tempelhof verricht.

2
Prijst den Heer, want Hij is goed.
Stemt uw snaren en vertolkt
dat Zijn naam ons leven doet.
Hij koos Jakob tot Zijn volk,
Israël tot kroonsieraad
van Zijn goddelijke staat.

9
Wat men ook tot goden wijdt,
't is maar schijn en onbezield.
Al wie afgodsbeelden snijdt
en voor eigen maaksel knielt,
gaat te gronde met het goud
waar hij blind'lings op vertrouwt.

10
Zegen, Israël, den Heer,
priesters, looft Zijn majesteit,
tempeldienaars, prijst Zijn eer,
looft Hem, wie Zijn naam belijdt.
Hij woont bij ons in gena.
Prijst den Heer. Halleluja!

Gz. 436: 1 en 2 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
1
Kijk daar, een metselaar,
hij bouwt een huis van steen.
Alle stenen netjes naast elkaar,
een huis voor iedereen.
Eén voor één, steen voor steen,
muren, deuren en ramen.
Eén voor één, steen voor steen,
niet alleen, maar
samen vormen zij een huis,
samen, muren, deuren en ramen,
samen vormen zij een huis,
samen.

2
De Heer bouwt ook Zijn huis,
daar zijn wij de stenen van.
Ieder heeft z'n plekje in dat huis,
dat God er wonen kan.
Eén voor één, steen voor steen,
muren, deuren en ramen.
Eén voor één, steen voor steen,
niet alleen, maar
samen zijn wij het huis van de Heer,
samen, zoveel:chillende namen,
samen zijn wij het huis van de Heer,
samen.
Samen zijn wij het huis van de Heer,
samen, zoveel:chillende namen,
samen zijn wij het huis van de Heer,
samen.
Amen.

Gz. 303: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liedboek)
1
De ware kerk des Heeren,
in Hem alleen gegrond,
geschapen Hem ter ere,
de bruid van Zijn verbond,
dankt aan Zijn dood het leven.
Hij is haar Bruidegom.
Want God, zo staat geschreven,
zag naar Zijn dienstmaagd om.

2
Door God bijeen vergaderd,
één volk dat Hem behoort,
als kind'ren van één Vader;
één doop, één Geest, één woord.
Zo offert allerwege
de kerk U lof en prijs.
Eén naam is aller zegen,
één brood is aller spijs.

3
Al heeft men haar geteisterd,
al wordt zij onderdrukt,
door dwalingen verbijsterd,
door strijd uiteengerukt,
de stem der martelaren
roept uit: o Heer, hoe lang?
De nacht is vol gevaren,
de morgen vol Gz..

4
In 't woeden aller tijden
is nooit het lied:tomd,
Gods hoede zal ons leiden,
de volle vrede komt!
Geloven wordt aanschouwen,
als uit de hemel daalt
de bruid, de hoge vrouwe,
de kerk die zegepraalt.

5
Met God zijn wij verbonden,
met Vader, Zoon en Geest,
met alwie overwonnen,
alwie zijn trouw geweest.
Bewijs ons Uw genade,
dan zingen wij bevrijd
de glorie van Uw daden,
in tijd en eeuwigheid.

Gz. 73: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Weerklank)
1
Bewaar de eenheid van Gods Geest,
de eenheid die God geeft.
Hij schept gemeenschap onderling,
waar de gemeent' uit leeft.
De Heer geeft liefde voor elkaar
en maakt ons eensgezind.
Wie leeft in vrede laat het zien,
dat liefde samenbindt.

2
Eén lichaam en één Heil'ge Geest,
Die de gemeente leidt.
Eén hoop omdat de Heer ons riep
in Zijn goedgunstigheid.
Eén Heer en één geloof in Hem,
één doop in 't watergraf.
Eén God en Vader, Die aan ons
Zijn heil en vrede gaf.

3
Hij geeft een taak aan ieder mens,
die tot Zijn kerk behoort.
God schenkt Zijn gaven aan elkeen,
die naar Zijn roepstem hoort.
Verdraag dan met zachtmoedigheid
elkaar om Jezus' woord.
Volg samen Jezus Christus na,
u die Hem toebehoort.