30 november 2018

Morgendienst 30 december 2018

Predikant:
Passage: Lukas 2:20
Dienstsoort:

Thema: Van het Lam weer naar de schapen!

Ps. 150: 1
Ps. 111: 1, 2 en 3
Ps. 133: 1, 2 en 3
Gz. 439 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Gz. 247: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Gz. 140: 1, 2, 3 en 4 (Liedboek)
Ps. 145: 1 en 2 (Nieuwe berijming)

Gz. 439 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet,
zodat de mensen zeggen: God is goed!
Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet,
zodat de mensen zeggen: God is goed!

God is liefde, God is…
God is goed.

Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet,
zodat de mensen zeggen: God is goed!
Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet,
zodat de mensen zeggen: God is goed!

Gz. 247: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
1
Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht!
God, laat mij voor Uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.

2
Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.

3
Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig Licht,
van aangezicht tot aangezicht.

Gz. 140: 1, 2, 3 en 4 (Liedboek)
1
Prijs de Heer Die herders prijzen,
Die in 's hemels paradijzen
alle eng'len eer bewijzen,
hier op aarde daalt Hij neer.

2
Geef de Koning van uw leven
wat de koningen Hem geven,
breng uw schatten de verheven
in de stal geboren Heer.

3
Laat uw loflied samenvallen
met het lied der heil'gen allen,
dat de hemelen weerschallen
van die jubelende wijs.

4
Aan de Koning uitverkoren,
uit een maagd voor ons geboren,
moet ons hele hart behoren
onze lof en eer en prijs.

Ps. 145: 1 en 2 (Nieuwe berijming)
1
O Heer, mijn God, Gij Koning van 't heelal,
ik wil Uw naam verheffen boven al.
Van dag tot dag roem ik Uw majesteit,
ik zegen U voor eeuwig en altijd.
Groot is de Heer, Zijn grootheid zij geprezen,
groot is Zijn naam, Zijn ondoorgrond'lijk wezen.
Van mond tot mond gaan Uw geduchte daden,
van eeuw tot eeuw slaat men Uw werken gade.

2
Ik zal getuigen van Uw heerlijk licht,
van al de wond'ren die Gij hebt verricht,
opdat men alom spreke van Uw kracht,
en roeme in Uw overwinningsmacht.
Uw grootheid, Heer, gaat boven mijn begrippen,
Uw goedheid, Heer, is altijd op mijn lippen
en juichend zal men overal bezingen
Uw recht, o Heer, Uw trouw aan stervelingen.