7 mei 2017

Middagdienst 7 mei 2017

Predikant:
Passage: Jesaja 11:4-5, Mattheüs 24:29-31, Mattheüs 25:1-13, Romeinen 5:8-10, Openbaring 20:11-15
Dienstsoort:

Ps. 96: 6
Ps. 96: 7, 8 en 9
Ps. 35: 11 en 13
Ps. 97: 5 en 7
Gz. 214: 1 (Liederenbundel Weerklank)
Ps. 98: 4 (Liederenbundel Weerklank)
Gz. 214: 2 en 3 (Liederenbundel Weerklank)
Ps. 32: 1
Gz. 411: 1 en 6 (Liedboek)
Gz. 216: 1 t/m 7 (Liederenbundel Weerklank)

Gz. 214: 1 (Liederenbundel Weerklank)
1
Eens zal op de grote morgen
klinken het bazuingeschal,
dan zal Jezus wederkomen
als de Rechter van ’t heelal.

Wie zal op die grote morgen
buigen voor die Majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?

Ps. 98: 4 (Liederenbundel Weerklank)
4
Laat alle zeeën, alle landen
Hem prijzen met een blij geluid.
Rivieren klappen in de handen,
de bergen jubelen het uit.
Hij komt, Hij komt de aarde richten,
Hij komt, o volken wees verblijd,
Hij komt Zijn koninkrijk hier stichten,
Zijn heil en Zijn gerechtigheid.

Gz. 214: 2 en 3 (Liederenbundel Weerklank)
2
Eens zal op de grote morgen
’t mensdom zwijgen eind’lijk stil:
dan zal Jezus Christus vragen:
’Wat deed om Mijnentwil?’

Wie zal op die grote morgen
buigen voor die Majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?

3
Eens zal op de grote morgen
Jezus’ macht worden erkend:
dan zal ieder mens beseffen,
dat Gods Woord geen leugens kent.

Wie zal op die grote morgen
buigen voor die Majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?

Gz. 411: 1 en 6 (Liedboek)
1
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een prinse van Oranje
ben ik vrij onverveerd,
den koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

6
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer!
Dat ik toch vroom mag blijven,
Uw dienaar te aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

Gz. 216: 1 t/m 7 (Liederenbundel Weerklank)
1
God zal het heelal bewaren
door Zijn scheppingswoord vol kracht,
zich ten volle openbaren
op de grote oordeelsdag.
Dag van vuur, dat niet zal sparen
heel het goddeloos geslacht.

2
Christus zal Zijn woord bewaren
- Zijn belofte blijft van kracht -
telt één dag als duizend jaren,
duizend jaren als één dag.
Nog mag iedereen ervaren,
hoe Hij op de zondaars wacht.

3
Maar Zijn grote dag zal komen
als een dief komt in de nacht.
Dan wordt de bazuin vernomen
door het menselijk geslacht.
Woorden, werken, daden, dromen
worden aan het licht gebracht.

4
Als de graven zijn geopend
en de doden opgestaan,
zal ook wie Heem heeft doorstoken
oog in oog met Christus staan.
Dan wordt door Hem recht gesproken,
als de boeken opengaan.

5
Naar wat ieder heeft bedreven
wordt geoordeeld klein en groot.
Slechts wier namen zijn geschreven
met het bloed dat Hij vergoot,
die beërven eeuwig leven,
sterven niet de tweede dood.

6
Zie, de Rechter is de Redder
voor wie uitzien naar Zijn dag
en het Lam is ook de Herder
Die Zijn kudde samenbracht.
Met hem leven zij nu verder,
nieuw van lichaam, vol van kracht.

7
Nieuw de hemel, die haar luister
majesteitlijk spreidt ten toon;
nieuw de aarde, zonder duister,
waar gerechtigheid op woont.
Een fontein van water bruist er,
leven water uit Gods troon.