9 juli 2017

Middagdienst 9 juli 2017

Predikant:
Passage: Mattheüs 6:9-13 en 2 Korinthe 1:15-20
Dienstsoort:

Thema: In hoger beroep

Ps. 31: 19 (Nieuwe berijming)
Ps. 116: 1, 10 en 11
Lied: Er is een God Die hoort
Ps. 66: 8 en 10
Gz. 5: 9 en 10 (Enige gezangen)
Gz. 514: 1, 2, 3 en 4 (Liederenbundel Weerklank)

Ps. 31: 19 (Nieuwe berijming)
19
God slaat de trotsen die Hem griefden,
maar steunt met raad en daad
wie zich op Hem verlaat.
Hoopt op den Heer, gij Zijn geliefden,
houdt moed, blijft Hem verwachten,
Hij schenkt u nieuwe krachten.

Lied: Er is een God Die hoort
1
Vreugde of blijdschap, droefheid of smart,
er is een God, er is een God.
Stort bij hem uit, o mens toch uw hart,
er is een God Die hoort.
Ga steeds naar Hem om hulp en om raad,
wacht niet te lang, 't is spoedig te laat.
Dat niet door twijfel 't hart wordt verstoord,
er is een God Die hoort.

2
God schonk Zijn Zoon in Bethlehems stal,
Heer van het al, Heer van het al.
Hij droeg vernedering, smaad zonder tal,
Heerser van 't gans heelal.
Want onze Schepper, Koning der aard',
heeft zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard.
Ga dan naar Hem, nu 't morgenlicht gloort,
Hij is de God Die hoort.

3
Van oost tot west, van zuid tot noord,
mens, zegt het voort, mens zegt het voort.
Wordt 's Heeren liefde alom gehoord,
mensenkind, zegt het voort.
Dwaal niet in 't duister, ga niet alleen,
maar zoek het heil bij Jezus alleen.
Dat al uw hoop op Hem is gericht,
Jezus is 't eeuwig licht.

Gz. 514: 1, 2, 3 en 4 (Liederenbundel Weerklank)
1
Nader, mijn God, bij U,
steeds naderbij
stijgt mijn gebed tot U:
Wees mij nabij!
U, Die mijn leven kent,
heeft zich niet afgewend.
Nader, mijn God, bij U,
steeds naderbij.

2
Groet mij het morgenrood,
ben ik alleen,
lijkt zelfs het ochtendlicht
nacht om mij heen.
U, Die mijn honger stilt,
heeft mij als mens gewild.
Nader, mijn God, bij U,
steeds naderbij.

3
Heer, als het duister daalt,
angst op mij valt,
legt U een hand op mij,
die nooit ontvalt.
U, Die mijn geest begrijpt,
weet wat mijn hart aangrijpt.
Nader, mijn God, bij U,
steeds naderbij.

4
Nader, mijn God, bij U,
steeds naderbij
leef ik in Christus' naam,
U bent nabij.
En als mijn einde wacht,
draagt U mij door de nacht
nader, mijn God, tot U,
nader tot U.