23 juni 2018

Morgendienst 15 juli 2018

Predikant:
Passage: 2 Timotheüs 4:1-8
Dienstsoort:

Ps. 121: 1 en 2
Ps. 121: 3 en 4
Gz. 497: 1, 2, 3 en 4 (Liederenbundel Weerklank)
Gz. 617: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liederenbundel Weerklank)
Ps. 18: 1 en 5 (Nieuwe berijming)
Gz. 244: 1, 3, 4, 8, 9 en 10 (Liederenbundel Weerklank)
Ps. 89: 7 en 8

Gz. 497: 1, 2, 3 en 4 (Liederenbundel Weerklank)
1
Vader, vol van vrees en schaamte
buigen wij voor U.
Heel Uw werk, door ons vertreden,
klaagt ons mensheid aan bij U.

2
Heer ontferm U over ons
die schuldig voor U staan.
U bent onze God en Redder,
neem ons in Uw liefde aan.

3
Vader, in dit uur der waarheid
keren w' ons tot U.
O, vergeef ons, Heer, herstel ons,
maak ons hart en leven nieuw.

4
Vul ons met Uw Heil'ge Geest, geef
vuur en kracht steeds weer.
Ieder zal Uw macht aanschouwen
dat wij Uw Naam verhogen, Heer. (2x)

Gz. 617: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liederenbundel Weerklank)
1
Zie de zon, zie de maan,
zie de sterren in hun baan,
sterren ontelbaar, overal vandaan.
Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk is Uw Naam!

2
Hoor de zee, hoor de wind,
hoor de regen als hij zingt,
druppels ontelbaar in de oceaan.
Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk is Uw Naam!

3
Ruik een bloem, ruik een vrucht,
ruik de geuren in de lucht,
geuren ontelbaar zweven af en aan.
Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk is Uw Naam!

4
Voel je hart, voel je huid,
voel je adem als je fluit.
Mensen ontelbaar, overal vandaan.
Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk is Uw Naam!

5
Zie ik de zon, de sterren en de maan,
wat een wonder dat ik mag bestaan.
Heer, hoe heerlijk is Uw Naam!
Heer, hoe heerlijk is Uw Naam!

Ps. 18: 1 en 5 (Nieuwe Berijming)
1
Ik heb U lief van ganser harte, Heere.
Gij immers zult het onheil van mij weren.
Gij zijt mijn Steenrots, mijn Bevrijder Gij,
Gij zijt een muur, een vestingwal om mij.
Mijn God, mijn Schild, mijn Schuilplaats in gevaren,
mijn Rots die mij beschermt en blijft bewaren,
o Hoorn des heils, U loof ik voor altijd,
ik roep het uit, want Gij hebt mij bevrijd.

5
God boog zich neer, Zijn hand heeft mij gevonden
toen mij de waat'ren aan de lippen stonden.
Hij redde mij, toen 's vijands overmacht
mij totterdood in d' engte had gebracht.
Te kwader uren traden zij mij tegen,
maar God geleidde mij op goede wegen,
maakte ruim baan hoezeer ik werd benauwd.
Hij is het Die in liefde mij behoudt.

Gz. 244: 1, 3, 4, 8, 9 en 10 (Liederenbundel Weerklank)
1
Voor alle heil'gen in de heerlijkheid
die U beleden in hun aardse strijd,
zij Uw Naam lof, o Jezus, t' allen tijd!
Halleluja, halleluja!

3
Maak al Uw strijders in dit aards gevecht
moedig als hen wier pleit reeds werd beslecht
tot aan de tijd die Gij hebt toegezegd.
Halleluja, halleluja!

4
Hun is de prijs, de lauwerkrans, de kroon,
toch zijn wij één, zij zingend voor de troon,
wij in de wereld, wachtend op Gods Zoon.
Halleluja, halleluja!

8
Maar een oneindig glorierijker dag
staat nog te wachten als op Uw gezag
heel ’t heir der heil'gen tot U nad'ren mag.
Halleluja, halleluja!

9
Daar is de Koning als een jonge held!
Hem komen allen tegemoet gesneld
van vreugde stralend, scharen ongeteld,
Halleluja, halleluja!

10
Van alle einders, van de verste kust
zullen zij vinden vrede, feest en rust,
U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest!
Halleluja, halleluja!