4 september 2016

Morgendienst 4 september 2016

Predikant:
Passage: Johannes 15:1-8
Dienstsoort:

Viering Heilig Avondmaal

Ps. 89: 1
Ps. 68: 10
Ps. 118: 7
Gz. 125: 1, 2 en 3 (Zangbundel Johannes de Heer)
Gz. 214: 1, 2 en 4 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Ps. 123: 1
Gz. 78: 1, 2, 3 en 4 (Liedboek)
Ps. 73: 13

Gz. 125: 1, 2 en 3 (Zangbundel Johannes de Heer)
1
Heer, Gij zijt mijn eeuwig erfdeel,
meer dan 't leven zijt Gij mij.
Laat mij op mijn pelgrimsreize
altijd wand'len aan Uw zij.

Aan Uw zij, dicht nabij,
aan Uw zij dicht nabij;
alles, alles wil ik lijden,
mag 'k slechts wand'len aan Uw zij.

2
Heer, ik vraag geen aardse schatten,
'k vraag geen eer of heerschappij;
wat ik bid, het is genade,
om te wand'len aan Uw zij.

Aan Uw zij, dicht nabij,
aan Uw zij dicht nabij;
alles, alles wil ik lijden,
mag 'k slechts wand'len aan Uw zij.

3
Draag mij door de zee des levens,
draag mij door het dodendal,
tot ik kom in 's hemels zalen,
waar 'k U eeuwig loven zal.

Aan Uw zij, dicht nabij,
aan Uw zij dicht nabij;
alles, alles wil ik lijden,
mag 'k slechts wand'len aan Uw zij.

Gz. 214: 1, 2 en 4 (Liederenbundel Op Toonhoogte)

1
Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer.
Beproef m' en zie wat niet is tot Uw eer.
Is soms de weg die 'k ga niet goed voor mij;
leid m' op de eeuw'gen weg, Heer, maak mij vrij!

2
O, Heer, heb dank, 'k mag toch de Uwe zijn.
Uw dierbaar bloed wast mij van zonden rein.
Doop mij met vuur, opdat 'k mij niet meer schaam:
'k Wil leven Heer, tot eer van Uwe naam.

4
O, Heil'ge Geest, kom tot Uw heerschappij.
Schenk een herleving en begin bij mij.
Zegen Uw volk, maak 't als een bruid bereid,
wachtend op Jezus' komst in heerlijkheid.

Gz. 78: 1, 2, 3 en 4 (Liedboek)
1
Laat me in U blijven, groeien, bloeien,
o Heiland Die de wijnstok zijt!
Uw kracht moet in mij overvloeien,
of 'k ben een wis verderf gewijd.
Doorstroom, beziel en zegen mij,
opdat ik waarlijk vruchtbaar zij!

2
Ik kan mijzelf geen wasdom geven:
niets kan ik zonder U, o Heer!
In Uw gemeenschap kiemt er leven
en levensvolheid meer en meer!
Uw Geest moet in mij uitgestort:
de rank die U ontvalt, verdort.

3
Neen, Heer, ik wil van U niet scheiden,
'k blijf de Uw' altijd, blijf Gij de mijn'!
Uw liefde moet alom mij leiden,
Uw leven moet mijn leven zijn,
Uw licht moet schijnen in mijn huis
bij kruis naar kracht en kracht vaar kruis.

4
Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen,
dan wint mijn ziel door U in kracht!
Het werk in need'righeid begonnen,
wordt dan in heerlijkheid volbracht!
Wat in de winds'len sliep, ontbot,
en komt in 't licht en rijpt voor God.