2 april 2017

Middagdienst 2 april 2017

Passage: Hebreeën 5:1-10
Dienstsoort:

Tekst: Hebreeën 5:7-9

Ps. 116: 1
Ps. 116: 2, 3, 4 en 10
Ps. 40: 4 en 5
Gz. 173: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liedboek)
Gz. 177: 1, 2, 3 en 6 (Liedboek)
Ps. 68: 10

Gz. 173: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liedboek)
1
Alles wat over ons geschreven is
gaat Gij volbrengen deze laatste dagen,
alle geboden worden thans voldragen,
alle beproeving van de wildernis.

2
Gods schepping die voor ons gesloten bleef
ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten,
die Zoon van David zijt en Man van Smarte,
Koning der Joden Die de dood verdreef.

3
Jezus, de haard van Uw aanwezigheid
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken.
Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken,
Gij Hogepriester in der eeuwigheid.

4
Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven,
ons is een lofzang in de mond gegeven,
sinds Gij de weg van 't offer zijt gegaan.

5
Dit is Uw opgang naar Jeruzalem
waar Gij Uw vrede stelt voor onze ogen,
vrede aan allen die Uw naam verhogen:
heden hosanna, morgen kruisigt Hem!

Gz. 177: 1, 2, 3 en 6 (Liedboek)
1
Leer mij, o Heer, Uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar moest lijden.

2
'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.

3
O allerheiligst, onuitspreek’lijk wonder:
de Rechter zelf gaat aan het recht ten onder.
O wreed geding; wie kan geheel doorgronden
de vloek der zonden.

6
Daar Ge U voor mij hebt in de dood gegeven,
hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
mijn hart niet wijden?