25 januari 2018

Middagdienst 25 februari 2018

Passage: Jesaja 53:4-6, Johannes 11:47-52 en 2 Korinthe 5:11-21
Dienstsoort:

Tekst: 2 Korinthe 5:21

Ps. 40:4
Gz. 190: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liedboek)
Ps. 111: 2
Ps. 130
Gz. 421: 1 en 2 (Liedboek)

Ps. 103: 5 en 6

Gz. 190: 1, 2, 3, 4 en 5 (Liedboek)
1
Wie hangt er zo deerlijk, geteisterd, geschonden,
roosverwig, vol striemen en wonden,
tot smaadheid en schande aan 't kruishout verheven?
Wat heeft Hij, wat heeft Hij misdreven?

2
Dat is er het slachtlam zo heilig geboren,
tot breking en lessing van toren.
Zijn misdaad is liefde, uitvloeien en geven,
dat kost Hem, dat kost Hem Zijn leven.

3
Kost dat Hem Zijn leven, die schoonste van allen,
hoe is Hij in 't lijden vervallen?
Of is het uit liefde en heilige minne,
wat zal Hij daarmede dan winnen?

4
Wat anders als 't leven der eeuwige zielen,
die droevig in zonden vervielen.
Opdat Hij Die schulden verzoene en boete,
zo druipen Zijn handen en voeten.

5
Ach Jezus, beminde, hoogwaarde en schone,
wie zal U, wie zal U belonen?
Uw weldaad die gaat ons vermogen te boven,
wij willen U prijzen en loven.

Gz. 421: 1 en 2 (Liedboek)

1
Zolang als ik op aarde leven zal
mijn Koning groot ik ere geven zal,
met woord, met daad, met juichen en Gz..
Hij heeft mij uitgetogen van de val,
geschreven in Zijn uitverkoren tal,
dies mijne ziel Hem spelet lof en dank.
Zijn bitter lijden
doet mij verblijden.
Zijn hart is mijn,
het mijn is Zijn.
Treurigheid wijke,
vrolijkheid blijke,
want Jezus wil,
want Jezus wil mijn Heiland zijn.

2
Als mijn gemoed Hem biddet met aandacht,
als mijn tong Hem prijzet dag en nacht,
als ik Hem Dien als Zijn gehoorzaam kind,
de wereld boos mijn spottet en belacht,
maar wederom ik harer niet en acht,
al hare trots die schrijf ik in de wind.
Hoe Hij het voeget,
mij wel genoeget.
Hij maket al
na Zijn geval.
Hij is de beste,
de eerst' en de leste,
Die ik bemin,
Die ik bemin en minnen zal.