Tekst: Genesis 3:15

Gz. 341: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Gz. 295: 1 en 2 (Liedboek)
Ps. 97: 5 (Liederenbundel Weerklank)
Ps. 130: 2, 3 en 4
Gz. 2: 3, 4 en 5 (Enige gezangen)
Ps. 68: 2 en 5

Gz. 341: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
1
Er is een Kindeke geboren op aard';
er is een Kindeke geboren op aard';
't kwam op de aarde voor ons allemaal,
't kwam op de aarde voor ons allemaal.

2
't Kwam op de aarde en 't had er geen huis;
't kwam op de aarde en 't had er geen huis;
't kwam op de aarde en 't droeg al Zijn kruis,
't kwam op de aarde en 't droeg al Zijn kruis.

3
Er is een Kindeke geboren in 't stro;
er is een Kindeke geboren in 't stro;
't lag in een kribbe, bedekt met wat hooi,
't lag in een kribbe, bedekt met wat hooi.

Gz. 295: 1 en 2 (Liedboek)
1
Aan de deur van 's harten woning
klopt des hemels Bruidegom:
op, ontwaak, de nacht is om.
Buiten wacht uw Heer en Koning:
kom mijn bruid, die Ik bemin,
doe mij open, laat Mij in!

2
Maar hoe zou ik U ontmoeten?
Ik ben koud en arm en naakt;
loom heeft mij de nacht gemaakt;
't leger bindt mijn trage voeten.
't Wakker hart hoort Uw geklop,
maar ik geef mijn rust niet op.

Ps. 97: 5 (Liederenbundel Weerklank)
5
Ja, veertig jaar heeft dit geslacht
Mij niets dan ergernis gebracht.
Dus heb Ik in Mijn toorn gezworen:
Omdat dit volk Mijn weg niet kent,
maar dwalend zich heeft afgewend,
zal nooit Mijn rust hun toebehoren.